zaterdag 17 december 2011

Tomatensoep a la mama

Op de dagen dat ik werk probeer ik, terwijl ik de hele dag van huis ben geweest, toch altijd iets voedzaams op tafel te zetten. Vaak wordt het dan iets van een ovenschotel of iets met rijst, want dat is makkelijk door oma even in de oven te schuiven of aan te zetten (we hebben een rijstkoker). Als wij thuis komen kunnen we dus meteen aan tafel. Ik vind het altijd net iets te makkelijk om elke woensdag maar soep op het menu te zetten, maar vandaag hebben we dat eens wel gedaan. Toen papa (Carlos) tussen neus en lippen door even vermeldde dat we soep zouden eten werden Olivia's ogen groot en likte ze met haar tong langs haar lippen. Waarschijnlijk vond papa dat een vermelding waard, aangezien je hem 's nachts wakker kunt maken voor soep. Ze hebben allemaal zitten smikkelen en de kinderen hebben de soepkommen tot de laatste druppel leeggedronken! Dus dan vraag je je af: waarom eten wij niet vaker soep?

Tomatensoep
zat voor 4 personen


- 1 grote ui, gesnipperd
- 1 stengel bleekselderij, fijngesneden
- 1 teen knoflook, geperst of gehakt
- 1 blik tomatenblokjes
- 6-8 verse tomaten, grof gehakt
- gedroogde oregano (of gebruik gekruide bouillonblokjes, zie TIP!)
- 1 liter bouillon (kippen- of groenten van blokjes of uit een pot, of speciale bouillon, zie TIP!)

Optioneel
- gekookte (mini)pasta of vermicelli
- gehaktballetjes, gekookt

Als je blokjes gebruikt, maak om te beginnen dan de bouillon. Gebruik je een pot, bereidt deze dan (indien nodig) ook alvast voor. In de meeste gevallen moet je deze nog aanlengen met water. Alles wat je straks als vulling in de soep wilt gebruiken, kun je ook alvast koken of voorbereiden. Ik kook dit meestal niet in de soep gaar, omdat alles dan door en door gaar wordt wanneer je de soep opnieuw opwarmt (bij alles wat overblijft of wanneer je de soep voorbereidt een dag van tevoren). Spoel de pasta of vermicelli af met koud water.
Fruit de ui en bleekselderij in een scheutje olijfolie aan in een soeppan met een dikke bodem. Voeg wat zout toe om snel verkleuren te voorkomen. Wanneer de ui glazig is geworden, kun je de knoflook toevoegen. Laat even meebakken totdat de geur vrij komt. Voeg dan de bouillon, tomatenstukjes (inclusief het sap) en de verse tomatenstukken toe. Laat goed warm worden en voeg dan (naar smaak, oftewel proeven) oregano toe en zout en peper (misschien is zout wel niet nodig). Warm (als je ze gebruikt) de gehaktballetjes en pasta of vermicelli even mee en serveer. Lekker met stokbrood met tapenade of pesto of een foccaccia.

TIP! Er is wel degelijk een verschil tussen hakken of persen van knoflook. Wanneer je knoflook geraspt of geperst gebruikt, komen er veel meer olien vrij dan bij gehakte knoflook (of ik gebruik hem ook wel eens in plakjes). In veel gerechten kan dat invloed hebben op de smaak. Bovendien verbrandt heel fijn gesneden of geperste knoflook veel sneller, wat een bittere smaak kan geven. In dit recept maakt het allemaal niet zoveel uit, aangezien de soep later nog gepureerd wordt. Kies in dit geval gewoon wat je makkelijk lijkt, maar voeg geperste knoflook wel later toe dan gehakte.

TIP! Voor de mensen die niet van bleekselderij houden: gebruik in dit geval toch echt een stengel bleekselderij. Deze zorgt samen met de ui (soms wordt er ook wortel toegevoegd) voor een basissmaak die veel gebruikt wordt in soepen en stoofschotels. De smaak van de bleekselderij is straks een perfecte basis voor deze soep, maar smaakt toch echt niet zoals je misschien zou verwachten!

TIP! Ik heb eigenlijk altijd wel een struik bleekselderij in huis. Daar waar je een recept begint met een fijngesnipperd uitje aanfruiten misstaat zo'n fijngehakte stengel bleekselderij meestal ook niet (vooral in Italiaanse gerechten, alle soepen en stoofschotels en ovenschotels).

TIP! Je kunt ook alleen verse tomaten of alleen blik gebruiken. Houdt ongeveer een kilo tomaten aan per liter bouillon en 2 blikjes. Maar gebruik je verse, gebruik dan wel rijpe tomaten! Leg tomaten nooit in de koelkast, maar op de fruitschaal. Of doe zoals ik het doe en zet in je keuken een schaal waarin je voortaan je uien, knoflook en tomaten bewaard (trouwens ook avocado, aubergine en courgette wordt niet beter van de koelkast). Onrijpe bleke exemplaren zijn waterig en smakeloos. Kun je niet aan rijpe komen of heb je er geen liggen, gebruik dan liever nog die uit blik!

TIP! Ben je een knoflookfanaat, voeg gerust wat meer toe. Maar je bent gewaarschuwt, soep moet niet te knoflokig zijn, anders lijkt het net of je verdunde pastasaus zit te eten. Hoe vaak is het mij niet overkomen dat ik tomatensoep van mijn lieftallige vriend zat te eten, waarvan de smaak alleen maar bleef hangen als oregano en knoflook!

TIP! Dit is nou zo'n gerecht wat je perfect kunt maken met geïmporteerde bouillonblokjes. Ik maakte de laatste keer deze soep met bouillonblokjes met olijfolie en basilicum die wij uit de Franse supermarkt meebrachten! Ik heb de oregano in z'n geheel weggelaten. Zie bericht op dit blog van 19 juli

'Inspiratie in Belgie en het Franse boodschappenlijstje'


TIP! Variatiemogelijkheden zijn er genoeg. Gebruik eens rozemarijn of tijm ipv oregano. Mag vers zijn, maar oregano, tijm em rozemarijn zijn gedroogd ook prima. Of neem basilicum, maar voeg die dan pas toe vlak voordat je gaat serveren (niet mee laten koken). Garneer de soep met creme fraiche of mascarpone of pesto. Voeg blokjes gebakken courgette toe. Pureer de uitgelekte inhoud van een pot geroosterde paprika's toe en laat de verse tomaten weg voor een heerlijke paprikasoep. En zo verder....

woensdag 14 december 2011

Pasta carbonara zonder room

De originele versie van de carbonara hoort met penne, maar overal waar ik deze pasta eet wordt 'ie geserveerd met tagliatelle of spaghetti. Misschien dat het daarom is dat ik hem zelf ook altijd met tagliatelle maak. Overigens wordt in heel veel carbonara-sauzen een overdaad aan room gebruikt, waardoor het een zwaar en machtig recept wordt. Er hoort helemaal geen room in! Dat neemt niet weg dat je, als je dit recept volgt, toch een smeuige, romige saus krijgt, die aan de pasta blijft hangen. En eerlijk is eerlijk, het is ook best wel een rijke machtige saus, ookal gebruik je geen room. Dat komt, denk ik, omdat de eigelen voor een rijke smaak zorgen. De overgebleven eiwitten gebruik je trouwens meteen om meringues van te maken of zoek een een recept op voor pavlova en serveer deze met slagroom en (gebakken) fruit uit het seizoen (mag ook best met gebakken appeltjes zijn).

Als je het ingrediëntenlijstje ziet, geloof je niet dat het eindresultaat zo spectaculair lekker gaat worden. Ik kan alleen maar zeggen: probeer het om het te weten! Dit gerecht leent zich ook om eens wat extra groenten bij te serveren. Mocht je nog groentenrecepten hebben liggen, die je altijd al eens wilde proberen, dan is nu de tijd om ze erbij te halen. Maar niets moet! Je kunt de pasta ook serveren met een makkelijke groene salade met vinaigrettesaus of serveer er gebakken courgette overstrooid met geroosterd amandelschaafsel of gebakken gehalveerde tomaatjes met wat oregano. Serveer je het gerecht aan meerdere mensen, overweeg dan om een stuk of 3 groenten te serveren. Of maak het lekker voor jezelf klaar als je laat thuis bent of eens alleen moet eten.

Pasta carbonara
voor 4 personen



- 400 gr gedroogde pasta (tagliatelle, maar mag ook penne of spaghetti zijn)
- 250 gr spek of pancetta (in blokjes)
- 4 eierdooiers
- 250 ml kookvocht van de pasta
- 100 gr Parmezaanse kaas, geraspt (of gebruik Grana Pardano of kies juist eens pecorrino)

Kook de pasta in ruim gezouten water (zie tevens de tip hieronder). Bak ondertussen de spek uit in een koeken pan. Vergeet niet tijdens het koken van de pasta een flinke beker van het kookvocht uit de pan te scheppen (als de pasta al even kookt). Giet de pasta af als deze gaar is (gebruik een vergiet) en zet de pan waarin je hem gekookt heb weer terug op het fornuis, maar laat het vuur uit. Gooi de pasta bij de spekjes en schep goed door. Doe dan de pasta met spekjes en al in de grote pan waarin deze gekookt was. Kieper de eidooiers erbij en roer goed door. Voeg nu de parmezaan toe en giet steeds scheutjes van het kookvocht toe en blijf roeren totdat je tevreden bent. Het moet een smeuig geheel worden, waarbij de pasta bedekt wordt met een laagje van de saus. Proef en voeg daar waar nodig nog een beetje zout en peper toe. Serveer evt met nog wat extra geraspte kaas.

TIP! Gebruik voor de pasta de grootste pan die je kunt vinden. En pasta wordt gemaakt, zoals het land waar het vandaan komt --> water waarin pasta wordt gekookt moet altijd vurig koken en zo zout zijn als de Middellandse Zee!

TIP! Wil je de eiwitten gaan gebruiken voor bijvoorbeeld meringues en ben je niet zo'n held in het splitsen van de eieren? Gebruik 3 schaaltjes. Een schaaltje om het ei op te breken en het eiwit in op te vangen, één schaaltje voor de eigelen en 1 bakje om de eiwitten in te verzamelen. Breek steeds een ei op het eerste bakje, vang het eiwit op en gooi de eidooier in het daarvoor bestemde schaaltje. Check nu eerst of het eiwit helemaal vrij is van eigeel. Is dit het geval, giet het dan over in het derde schaaltjes en herhaal het proces met de andere eieren. Zit er wel eidooier in, ookal is het maar een spoortje, gooi het eiwit dan weg! Daar kun je echt niks mee mee.

TIP! Geen tijd of zin om de eiwitten direct te verwerken. Ze laten zich perfect invriezen. Schrijf op het diepvrieszakje wel hoeveel eiwitten erin zitten, dat maakt het straks weer makkelijker om ze tot bijvoorbeeld schuimpjes (meringues) te maken.

TIP! Tel een eierdooier per persoon! Gedroogde pasta wordt ongeveer in hoeveelheid verdubbeld wanneer je het kookt. Gebruik altijd ongeveer 100 gr per persoon (uiteindelijk dus 200 gr pp).

TIP! Bijna niets viezers dan een tot snot gekookte pasta, die helemaal kleverig is geworden. Maar 'al dente' is een ruim begrip tegenwoordig. Echt viezer dan snotterige pasta, is die vieze ongare pasta die voelt als krijt tussen je tanden. Vertrouw de kooktijd op de verpakking nooit en ik ben ook geen fan van spaghetti die aan het plafond blijft plakken om te kijken of 'ie al gaar is. Lepel er zo af en toe een sliertje of stukje uit en proef!

dinsdag 6 december 2011

Sinterklaassoep

Op pakjesavond hoort er een soep als deze gegeten te worden. De soep wordt gemaakt van wortels, want die heb je vast en zeker toch wel in huis en erbij serveer je Sinterklaasstafjes van bladerdeeg. Het originele recept komt uit de Boodschappen (de Allerhande van de Plus), maar dit is mijn variant.

Sinterklaassoep met bladerdeegstafjes
4 personen, maar je maakt natuurlijk minimaal het dubbele

Voor de soep:
- 1 ui, gesnipperd
- 2 tenen knoflook, gehakt
- 1 el gember, geraspt
- 1 tl kerriepoeder
- 1 tl komijnpoeder
- 1/2 tl kaneel
- 500 gr wortels (ik gebruik van die kleine winterpeentjes), schoongemaakt, geschild, kleingesneden of geraspt
- 500 ml groentenbouillon
- 1 bekertje creme fraiche om te serveren

Voor de bladerdeegstafjes:
- 1 pakje bladerdeeg (10 vierkantjes)
- oude kaas, geraspt (evt uit een zakje)

De bladerdeegstafjes:
Leg 5 vierkantjes bladerdeeg op elkaar op een met bloem bestoven werkblad. Rol ze met een deegroller uit zodat ze veel langer worden een beetje breder. Rol uit tot het pakketje weer de dikte heeft van 1 velletje. Snijdt nu het vel in lange banen van circa 1 cm breed. Rol aan 1 kant een baan op, zodat het begint te lijken op een staf. Leg op een bakplaat, bestrooi met kaas en ga zo met alle banen te werk. Bak ze in circa 15 minuten gaar. Herhaal het proces nog een keer met de andere 5 velletjes.

De soep:
Neem een grote pan met een dikke bodem en schenk hier een beetje plantaardige olie in. Fruit hierin de ui. Voeg wat zout toe om snel bruin worden te voorkomen. Voeg dan de knoflook en gember toe en bak even mee. Doe dan de kerriepoeder, komijn en kaneel in de pan en roer door en voeg vervolgens de wortel toe. Bak even en roer goed door. Voeg vervolgens de bouillon toe en kook totdat de wortel zacht is. Pureer met de staafmixer. Neem de tijd voor het pureren, dat komt het resultaat ten goede. Voeg eventueel nog wat bouillon of water toe en breng op smaak met zout en peper.

Serveer met een schep creme fraiche in de soep en leg de bladerdeegstafje op de kom of het bord.

Speciale banketletter

Banketletters zijn overal te krijgen, maar er gaat toch echt niets boven een zelfgemaakte versie. Het bladerdeeg lekker bros en krokant, nog warm, net uit de oven. Ik was al heel lang van plan een letter te maken met de kinderen. De kinderen kunnen dan worstjes vormen van de spijs en de blaadjes bladerdeeg aan elkaar plakken waarna alles opgerold kan worden en er een letter naar keuze gemaakt kan worden. Maar de kinderen hadden deze keer helemaal geen interesse om mij te helpen in de keuken. Sinterklaas was op school en op de peuterspeelzaal geweest. De meisjes hadden daarom extra behoefte om thuis gewoon lekker te relaxen en een beetje te rommelen met hun knutselspullen en speeltjes. Soms voel je je ook gewoon een goede moeder als je meisjes lekker aan het rommelen zijn en jij nog snel even iets in elkaar draait in de keuken voor een extra speciale pakjesavond!

Banketletter met abrikozen

- 500 g amandelspijs
- 250 g gedroogde abrikozen
- de geraspte schil van 1 sinaasappel
- 2 eieren
- 1 pakje bladerdeeg (10 vierkantjes)
- bloem om te bestuiven

Verwarm de oven voor op 220 graden.
Doe de gedroogde abrikozen in de kom van de keukenmachine en laat deze draaien totdat de abrikozen in kleine stukjes zijn gehakt. Breek de amandelspijs in stukken en doe de stukken in de kom bij de abrikozen, voeg de sinaasappelschil en 1 ei toe en laat de machine weer draaien tot je een mooie, stevige massa hebt.
Klop het andere ei los, voeg een eetlepel water toe en meng goed door. Bestuif je werkblad met bloem en plak de vierkantjes bladerdeeg aan de randen (overlappend) aan elkaar. Ze plakken goed wanneer je de randen voordat je het volgende vierkantje erop legt goed insmeert met het ei-mengsel. Maak een zo lang mogelijke lap. Rol worstjes van het abrikozen-spijsmengsel en leg dit tegen elkaar aan op de lap bladerdeeg. Verdeel daarnog het mengsel nog mooi door de worstjes wat tegen elkaar te drukken, zodat het één mooie lange rol wordt. Smeer de lange kanten goed in met het eimengsel en rol het bladerdeeg voorzichtig om de vulling. Hevel de rol voorzichtig over op een bakplaat en vorm een letter. Smeer ook de bovenkant goed in met het eimengsel (dit zorgt voor een mooi goudbruin resultaat). Bak in circa 30 minuten goudbruin in de oven.

Kokosbrood

De naam van dit gerecht doet denken aan die roze-witte plakken die ik als broodbeleg aan mijn kinderen geef, maar het lijkt er helemaal niet op. Eigenlijk is het meer een soort cake, maar je moet het wel degelijk eten als zijnde brood. Nou, ja, mocht je het liever zo eten, ook prima, maar ik raad je aan het volgende te doen: Snijdt een plak af, doe deze in de broodrooster, besmeer de plak wanneer hij nog warm uit de rooster komt met boter en serveer er jam op of strooi er wat poedersuiker over. De kokos die in het brood verwerkt zit wordt zo geroosterd en het brood krijgt hierdoor een heerlijke nootachtige smaak.

Afgelopen zondag hadden we een verjaardag en heb ik dit brood gebakken en kado gedaan. Het recept is afkomstig van Bill Granger, maar ik kan je niet vertellen uit welk boek het komt Ik heb het recept met Google ergens op internet gevonden en voor je vertaald vanuit het Engels. Bij de jarige vriendin mochten we uiteindelijk meegenieten van een snee van dit brood, ze serveerde hem daar met homemade vijgenjam! Aanrader!

Kokosbrood
voor 8 - 10 plakken



- 2 eieren
- 300 ml melk
- 1 tl vanille essence (of pasta)
- 300 g bloem
- 2 tl bakpoeder
- 2 tl kaneelpoeder
- 200 g kristalsuiker
- 150 g geraspte kokos
- 75 g boter, gesmolten

Verwarm de oven voor op 180 graden. Vet een cakeblik (21 x 10 cm) in.
Klop de eieren los met de vanille en melk. Doe in een andere kom de bloem, de bakpoeder en de kaneel en roer dit goed door met een garde om klontjes te voorkomen. Voeg de suiker en kokos toe aan de andere droge ingredienten en meng dit met een lepel goed door elkaar. Giet het melkmengsel erbij en roer goed door. Vervolgens de gesmolten boter erbij en erdoor roeren, zonder te lang te roeren. Giet het mengsel in het cakeblik en bak vervolgens in ongeveer een uur gaar in de oven.

TIP! Ik heb de baktijd verlengd met een dik kwartier. Kijk even hoe jouw oven het doet. Wordt de bovenkant wat donker en heb je het idee dat de cake nog niet gaar is, dek dan de cake af met alu-folie.

TIP! Check het brood op gaarheid door er een ongekookt spaghettietje of een satéprikker in te steken. Wanneer deze er droog uitkomt, is het brood klaar.

TIP! Het allermakkelijkste werkt het wanneer je een stuk bakpapier ter grote van het bakblik gebruikt om de lange kanten en de bodem mee te bedekken. Zodra het brood wat is afgekoeld, kun je de korte kanten los steken en het brood gemakkelijk uit het blik verwijderen.